Column Alphen.cc 3 augustus 2013

Regen

‘Het regent bij mij al een paar dagen,’ zei de jongen. Hij wees op zijn hoofd. ‘Hier!’ Het water droop uit zijn halflange, niet gekamde krullen.

We schuilden samen voor een enorme plensbui onder het bushokje op de Prins Bernhardlaan, vlakbij het Raoul Wallenbergplein. Ik was met de fiets en net op tijd. Hij rennend met een koffer achter zich aan en net te laat. ‘Waar gaat de reis naartoe?’ vroeg ik. ‘Kreta,’ antwoordde hij. ‘Ik zou met mijn vriendin gaan, maar ze heeft het een paar dagen geleden uitgemaakt.’ Ik knikte begrijpend. ‘Ruzie om niets en ik dacht: dat komt wel weer goed.’ Zijn lichaamshouding was een weerspiegeling van het weer. ‘Vandaar die regen in je hoofd?’ vroeg ik. Hij knikte en keek mij onderzoekend aan. ‘Ben jij niet die columnist van Alphen.cc?’ vroeg hij. ‘Jij mopperde vorige week toch over het warme weer?’ Hij sloeg tegen het dak van het bushokje waar grote druppels op kletterde. ‘Heb je nou je zin?’ Ik haalde verontschuldigend mijn schouders op. ‘De redactie wil dat ik schrijf over wat er op straat gebeurt. Maar het is vakantie en er is nergens wat te beleven. Ik kan het toch moeilijk over de merel en haar drie foeilelijke kindjes in het nestje bij ons in de achtertuin hebben.’ Voor het eerst verscheen er een glimlach op zijn gezicht. ‘Waar gaat die van zaterdag over?’ Ik fronste. ‘Misschien wel over jou.’ Hij grinnikte, wilde wat zeggen, maar werd afgeleid door een meisje dat aan kwam rennen. Haar roze koffer stuiterde op de weg. ‘Mag ik nog mee?’ hijgde ze onzeker. De jongen antwoordde niet, maar omhelsde haar. Ze hielden elkaar zwijgend vast tot de regen stopte. Ik liep naar mijn fiets. Hij keek om. ‘Het is gestopt met regenen,’ zei ik.

Met één arm bleef hij het meisje vasthouden, met de andere sloeg hij tegen zijn hoofd. ‘Klopt.’