Column in het Witte Weekblad van 12 februari 2014
Vergeten
Toen ik acht jaar oud was, heb ik met een zakmes het woord “Ajax” in het splinternieuwe dressoir van mijn moeder gekrast. Toen zij mij ter verantwoording riep, deed ik of ik van niets wist. Maar ondanks mijn hardnekkige ontkenning, werd ik toch gestraft. Twee weken niet voetballen.
Kijkt u even goed naast u. Als uw partner daar nu zit, dan moet u zich even inbeelden dat u zo meteen zijn of haar keel dichtsnoert en hem of haar in stukjes zaagt. Daarna vult u daar een koffer mee en die dumpt u bij Weteringbrug. Dat wat niet meer in de koffer past, smijt u in de Ringvaart bij Lisserboek.
Getverderrie, hoor ik u denken. En ik hoop dat dat niet is vanwege de aanblik van uw partner die u nu nietsvermoedend zit aan te kijken,. maar vanwege de rommel dat hetgene teweeg brengt wat ik hierboven beschrijf. Al dat bloed en die stukjes lichaam. Bah. Maar rommel lijkt me de minste zorg. Hoewel ik me ook zorgen maak over het vullen van de koffer. Wij mannen hebben nu eenmaal een wat minder ontwikkeld ruimtelijk inzicht dan vrouwen. Dus dan moet je nog gaan proppen ook. Maar dat terzijde.
Persoonlijk zou ik me het meest druk maken over dat wat op je netvlies blijft staan. De doodsangst in de ogen van het slachtoffer of dat slappe lijf dat je met een zaag bewerkt. Maar vorige week begreep ik dat we ons daar gelukkig geen zorgen over hoeven te maken. Maciej O., de man die met Gosia gedaan heeft wat de grootste idioot niet kan bedenken, beweerde dat hij zich namelijk helemaal niets meer kan herinneren. Ja, er was bloed (duhhu) en ruzie, maar verder weet hij niets meer.
Ik weet zeker en hoop van harte dat Maciej zich alles tot in detail kan herinneren. En ik hoop dat het hem, tot aan het einde van zijn leven, in zijn nachtmerries blijft achtervolgen. Een grotere straf is er niet. En ik kan het weten. Ik word iedere nacht nog achtervolgd door een dressoir.